Terug in het hotel hebben we onze spullen ingepakt en hebben we nog even gezwommen. Maarten wilde graag naar een tempel waar heel veel apen liepen. Ik voelde me nog steeds niet lekker en vond de opdringerige apen eng, dus ik had er eigenlijk niet zo'n zin. Maar aangezien we ook geen zin hadden om in het hotel te blijven hangen en er in de buurt weinig te doen was, zijn we toch maar naar de Uluwatu tempel gegaan. Maarten had gelezen dat je de apen met een stok van je af kon houden dus die had een grote stok gezocht en zou mij daarmee beschermen als dat nodig was :-). Eenmaal in de taxi ontdekten we dat er allemaal gruis uit gaatjes in de stok kwam. De stok bleek vol te zitten met beestjes. We kwamen niet meer bij van het lachen want het gruis spoot echt in boogjes uit de stok. We hebben hem toch maar meegenomen.
We gingen weer met een prima chauffeur op pad en waren ruim een half uur onderweg naar de tempel. De tempel was niet heel bijzonder en het was erg toeristisch. De tempel lag wel mooi op de rotsen naast de zee, maar we waren eigenlijk al na een kwartiertje uitgekeken. Was dus eigenlijk iets te lang rijden voor het leuke. De apen waren tot mijn grote opluchting niet opdringerig. Je moest natuurlijk niets te eten in je handen hebben, want daar kwamen ze wel op af. En er hingen wel waarschuwingsborden dat je je spullen (bril!) goed in de gaten moest houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten